Christopeit Sport MB4 Operations Instructions Page 43

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 44
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 42
43
FOUTMELDINGEN:
Bij iedere nieuwe start voert de computer een sneltest op goede functione-
erbaarheid door. Indien dan toch eens niet alles in orde is, geeft de computer
drie verschillende foutmogelijkheden aan:
E 1 Dit symbool en een waarschuwingsgeluid verschijnen wanneer de
bedrading verkeerd aangesloten is.
Controleer al de kabelverbindingen, meer in het bijzonder aan de stekkers.
Na oplossing van de fout de toets „S“ 2 seconden lang ingedrukt houden
om het systeem terug op 000 te zetten.
E 2 Dit symbool verschijnt wanneer de meetwaarden niet correct zijn of
wanneer de IC beschadigd is.
E 3 Dit symbool verschijnt wanneer er in het programma 8 bij de meting
geen signalen van de handpuls ontvangen worden
POLSSLAGMETING:
1. Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contactplaat,
de voelers, voorzien. Verbind de kabel met de aansluiting 21 op de com-
puter. Gelieve erop te letten dat steeds beide handpalmen gelijktijdig met
normale kracht op de voelers liggen. Zodra er een polsslag volgt, knippert
er een hart naast het polsslagdisplay F.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door beweging,
wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan komen.
Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van de handpuls-
meting komen.
Indien u moeilijkheden met de handpulsmeting ondervindt, raden wij het
gebruik van een cardioborstgordel aan.
Toets „START“ beslist indrukken, anders volgt er geen polsslagmeting.
FITNESSCIJFER / FUNCTIE „ONTSPANNINGSPOLSSLAG“
Uw ergometer biedt de mogelijkheid, een evaluatie van uw individuele fitness
in de vorm van een „fitnesscijfer“ door te voeren.
Het meetprincipe is gebaseerd op het feit dat bij gezonde, goed getrainde
personen de polsslagfrequentie binnen een bepaalde tijdspanne na de trai-
ning sneller daalt dan bij gezonde, minder goed getrainde personen. Voor
de vaststelling van de fitnesstoestand wordt er daarom op het verschil van
de polsslagfrequentie op het einde van de training (beginpolsslag) en één
minuut na het einde van de training (eindpolsslag) beroep gedaan.
Start deze functie pas wanneer u een tijdje getraind hebt. Vóór het begin van
de functie „Ontspanningspolsslag“ moet u uw actuele polsslagfrequentie
laten weergeven doordat u uw handen op de handpulsvoelers legt of met
cardioborstgordel traint .
1. Druk de toets „Test“ in en leg daarna beide handen voor de polsslagme-
ting tegen de voelers.
2. De computer gaat over naar de modus „STOP“, in het midden van het
display wordt er een groot hartsymbool weergegeven en de automatische
meting „Ontspanningspolsslag“ wordt geïntroduceerd.
3. De tijd, die op het display begint, wordt 0:60 aan achteruit geteld
4. In het veld „Beoogde polsslag wordt de beginpolsslag in het begin van
de meting weergegeven. Daarbij wordt er op het gemiddelde van de vier
hoogste polsslagwaarden tijdens de laatste 20 seconden vóór het indrukken
van de toets „Fitness“ beroep gedaan.
5. In het veld „Polsslag“ wordt de op het gegeven moment gemeten pols-
slagwaarde weergegeven.
6. Na verloop van één minuut is de tijd terug naar 0:00 gegaan en weerklinkt
er een signaalgeluid. De motor keert terug. In het veld „Polsslag“ wordt
de eindpolsslag op het tijdstip 0:00 aangegeven. U kunt nu uw handen
van de polsslagvoelers verwijderen. Na een aantal seconden verschijnt in
het midden van het display uw fitnesscijfer van F 1,0 - F 6,0 (systeem met
schoolcijfers).
7. Om verder te trainen, drukt u de START-toets S in.
Nederlands
Page view 42
1 2 ... 38 39 40 41 42 43 44

Comments to this Manuals

No comments